Toen alles nog heel vanzelfsprekend was

Een bijdrage van Marion Teixeira, woonachtig in Griekenland

Half februari vliegt mijn favoriete vliegtuigmaatschappij Aegean Airlines ons naar ons nieuwe eiland. Dit lijkt een beetje op een reclameplaatje maar echt, ik hou van Aegean. Als je het vliegtuig instapt ben je meteen in Griekenland. Tenminste zo voelt dat voor mij.

De stewardessen zijn van die hele echte, allemaal dezelfde lippenstift, allemaal hetzelfde knotje in het haar en allemaal dezelfde lieve glimlach en behulpzaamheid waardoor je op slag een vakantie gevoel zou krijgen. Kalimera klinkt het vrolijk om half zes in de ochtend. Terwijl je zelf nog half slaapt omdat je die nacht nauwelijks sliep van de spanning, en om half 4 al op het vliegveld moest zijn. We zijn al een beetje in Griekenland.

Thuis

Als we uitstappen op zo’n relaxed klein eiland vliegveld en de lucht half februari boven ons stralend blauw is, weten we het zeker. Thuis zoals ik dat gevoel iedere keer weer ervaar als ik waar dan ook in Griekenland uit een vliegtuig stap. Het is warm, de zon is al warm, de winterjas kan meteen uit, mijn hoge laarzen draag ik de hele week niet meer.

Slaperige kat op Rhodos

Ik ruik Griekenland, dat klinkt gek misschien maar de geur van Griekenland is onmiskenbaar aanwezig. Hoewel we dit eiland vanaf Patmos meerdere malen bezochten is het nu anders. Toen keken we door de ogen van iemand die op visite komt, nu gaan we kijken, voelen, of we hier voor langere tijd zouden  kunnen aarden.

De eerste indruk nu is dat het eiland rommelig is. Vies hier en daar. Afval wat langs de weg gedropt is, de oude auto’s die in een veld achter gelaten zijn, geen witte huisjes maar een rommelige bouwstijl. En niet de eindeloze kustweg die wij gewend zijn maar een hoofdweg met stoplichten. Dat verandert wel snel als we meer naar onze bestemming rijden, het binnenland in. Maar nog steeds blijft de eerste indruk er eentje van een rommelig eiland met een rommelige bouwstijl.

Ontwaken

Dag twee word ik wakker van de zon, een stralende blauwe lucht. Na zoveel miezerige Nederlandse dagen lijkt de wereld toch echt een paradijs. Op inspectie buiten, mijn bougainville in de grote pot staat er prima bij. Dat maakt dat mijn hart een sprongetje maakt, na een jaar zonder verzorging is hij zelfs gegroeid. Helaas is het granaatappelboompje wat ik zoveel jaar met zoveel liefde verzorgd heb verdwenen maar de Aloë Vera-stek geeft me een grote bloem als welkomstgeschenk.

Sinaasappelbomen aan zee op Rhodos

Wat doe je op een redelijk vreemd eiland als eerste daarna? Zorgen dat je wat boodschappen in huis hebt voor de komende dagen. Nu zijn we al jaren gewend aan onze twee kleine supers op Patmos dus dé ontdekking hier zijn de winkels. Teveel om op te noemen en voor ons echt even overweldigend maar ook wel erg fijn na jaren van niets kunnen krijgen tegen hoge prijzen nu alles te kunnen krijgen tegen normale prijzen.

En dan op verkenning. We zijn nog steeds niet echt onder de indruk van alles tot we naar de zuidoost kant van het eiland rijden. Daar beginnen we het authentieke Griekenland terug te vinden. Uitgestrekte olijfboomgaarden wisselen zich af met sinaasappelboomgaarden zover je kan kijken. Op een rotonde verkoopt een oude man zijn sinaasappels, we kopen meteen een hele zak vers van de boom. Met een glimlach van oor tot oor en een tandeloze mond vraagt hij 70 cent voor een zak vol. We maken een praatje in het zonnetje met hem en vervolgen de ontdekkingstocht. Witte kerkjes tussen de olijfboomgaarden, we voelen ons meer thuis.

Lindos

Als we bij Lindos aankomen gaan we lopend het stadje in. Uitgestorven straatjes, witte huisjes. Tot mijn schrik zie ik een nu dicht punt waar je in de zomer op de rug van een ezel naar boven kan worden gedragen om de vesting van Lindos te bezoeken. Ik dacht dat dit inmiddels verboden was in Griekenland?

De baai met uitzicht op de Akropolis van Lindos

We zwerven verder door het stadje, omhoog tot aan de nu dichte Aprokolis, de tempel van Athina. Er heerst een serene rust nu, ik moet er niet aan denken hoe het er hier in de zomer waarschijnlijk aan toegaat. Overal liggen poezen te soezen in het zonnetje, ik kijk naar de oortjes, knip of geen knip. Als we weer beneden komen ontmoeten we één monnik met wie we een praatje maken en één oude meneer die trots zijn stadje aanprijst. Verder niemand, Lindos is deze dag voor ons alleen.

De dagen daarna vinden we ons Griekenland hier en daar. Ik met mijn intuïtie, partner met zijn rijkunst. Wat vooral opvalt is de natuur. Heel veel groen, heel veel natuur, heel veel bergen. We wanen ons bijna in Zuid Frankrijk zoals we tussen de bergwanden doorrijden. Slaperige bergdorpjes met een kafenion op slaperige pleintjes waar de mannen van het dorp hun koffietje drinken en we nieuwsgierig aan worden gekeken. En natuur, heel veel natuur, uitgestrekte bossen.

Stil

We ontdekken stille baaien met turquoise water. En stil is echt stil in februari. Het blijft de hele week stralend weer. We krijgen zowaar een beetje een vakantie gevoel. Bezoeken bergdorpjes, lunchen tussen en met de Grieken op zondag. Steken een kaarsje aan in stille kerkjes en vragen ons intussen af hoe het hier in de zomer zal zijn. Het bergachtige deel van het eiland houdt nu in ieder geval een winterslaap die ons bevalt. Terrassen zijn stil, we zijn de enige bezoekers en worden overal erg welkom geheten. Patmos is eigenlijk een kale rots en deze uitbundige groene natuur is overweldigend voor ons. Mooi, heel mooi, de uitgestrekte olijfboomgaarden ook.

Prachtige baaien op Rhodos

Het dorpje waar we zitten is een langgerekt dorp met een bakker, een super en een pitabroodjeszaak zo eentje uit een boekje. Plus een restaurant waar we de laatste avond gaan eten. Er brandt een open haard, het eten is fantastisch Grieks en we zijn op een Griekse familie na de enige bezoekers. Perfecter kan het bijna niet. En dan moeten we helaas terug naar Nederland, we zijn nog helemaal niet klaar met ontdekken. Als ik eind februari in het vliegtuig stap kijk ik nog een keertje om. Dag Rhodos zeg ik, tot over zes weken.

En toen… stond de wereld stil. Wanneer we terug kunnen weet geen mens. Ik ben trots op mijn Griekenland wat de coronacrisis zo goed aanpakt. Ik vrees wel voor de mensen op de eilanden, die nu goed beschermd worden, als Griekenland zou besluiten het toerisme weer op gang te brengen deze zomer. Ik vrees ook voor de mensen op de eilanden als er geen toerisme -lees inkomstenbron- op gang komt deze zomer. Ik bid voor alle mensen in de vluchtelingenkampen die als daar een uitbraak zou komen kansloos zijn. Niets is zeker meer, dus wordt zonder meer vervolgd.

Marion Teixeira

Na vele rondreizen door Griekenland raakte Marion verliefd op het eiland Patmos, waar ze lange tijd heeft gewoond op een berg dichtbij de zee. Het unieke karakter en de mysterieuze sfeer van het eiland gaf de doorslag. Zonder televisie en stress van buitenaf. Haar kijk op het Griekse leven deelt ze ditmaal vanaf Lesbos in haar gastblogs.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *