De bewogen reis naar ons Grieks domein
Een bijdrage van Selly van Tuinen, woonachtig in Griekenland.
Een stukje grond kopen en een huis bouwen in Griekenland is een belevenis op zich. Want zo makkelijk als je in Nederland een huis uitzoekt met één klik op de muis, én koopt, zo makkelijk gaat dat hier dus niet. Ik was er niet op voorbereid dat je al gauw een paar plukken haar grijzer bent en een flinke dot geld armer, maar wel een ervaring rijker. Die ervaring, daar gaat dit stukje over.
Makelaar
Voordat ik een beslissing kon nemen moesten alle stukken grond persoonlijk bezocht worden en gekeurd door onze architect en wanneer dit dan eenmaal werd goedgekeurd, moest ik besluiten of we hier onze toekomstige dagen wilden gaan slijten. Zo gezegd, zo gedaan. Al snel zat ik als een heuse koningin op de achterbank van een krakkemikkige Opel te stuiteren over hobbelige paadjes richting de eventuele koopwaar. Want wij wilden wel een beetje vrij wonen. Bij elk veld dat te koop stond, stapte de makelaar op leeftijd uit de auto, liep naar een struik, boom of stroompaal en loosde daar zijn lichaamswater. Alsof hij ‘zijn’ grond wilde watermerken. Eenmaal terug bij de auto meldde hij last van een zwakke blaas te hebben. Aldus de architect-tolk.
Na een paar dagen rondrijden en bezichtigen vonden we een mooi stuk grond. Terwijl de makelaar wederom zijn zwakke blaas leegde, mompelde hij over zijn schouder de prijs en vervolgens daar achteraan dat we de volgende dag wel verder zouden rijden, omdat hij wel begreep dat hier geen hond wilde wonen. Het stuk grond was gelegen aan de rand van het bos en ver buiten het centrum. Maar ik stond al in het midden van het veld en draaide 180 graden rond mijn as, mijn hoofd in mijn nek en mijn armen wijd gespreid. Wat een uitzicht, wat een ruimte, geen buren!
Dit was gewoon te perfect voor woorden! Helaas belde de makelaar een aantal weken (!) later op met de mededeling dat er tien eigenaren bij betrokken waren. Het grondstuk was een erfgoed en hij had tien goedkeuringen nodig. Negen daarvan waren geen enkel probleem, maar nummer tien had problemen met de bank en deze had beslag gelegd op dat stuk grond. Het zou maanden duren, inclusief een rechtszaak, voordat er eventueel een mogelijkheid tot kopen was. Dus ging de zoektocht verder.
De koningin zat wederom op de achterbank te stuiteren en keurde stuk voor stuk de aangeboden velden af. De makelaar pieste lekker door en de architect siste tussen zijn tanden dat ik toch echt een keuze moest gaan maken. Totdat we bij landgoed nummer 14 aankwamen. Wederom een mooi uitzicht, net buiten het dorp. Maar toen we contact zochten met de eigenaar wist hij eigenlijk niet of hij het wel wilde verkopen… het was tenslotte crisis in Griekenland.
Niet alleen de makelaar zijn broek zakte af, de mijne inmiddels ook. Hoe moeilijk kan het zijn om een stukje grond te bemachtigen! Landgoed nummer 17 ging er ook mee door en al snel zaten we allemaal om de keukentafel van de eigenaar. De makelaar, de bouwkundig ingenieur, de architect, de eigenaar, de beste vriendin van de eigenaar, de neef van de beste vriendin van de eigenaar, de buurman en ik. Gezellig aan de kleine tafel, knie tegen knie. Iedereen kreeg Griekse koffie voorgeschoteld en uiteraard kwam er veel zoets op tafel. Koekjes, in siroop gedrenkte cake, taart, het leek wel een verjaardagsfeestje.
Vergunning
Het Griekse gekakel begon en de nodige familie roddels werden uitgewisseld. Ik nam intussen de tijd om het huisje in me op te nemen. Een klein balkonnetje hing boven de drukke winkelstraat en het getoeter en luide geschreeuw drong door de balkondeuren naar binnen. De planten stonden nog ingepakt in het plastic en de kanarie zong vrolijk in zijn te kleine kooitje boven alles uit. Uiteindelijk stootte ik de architect aan en vroeg wat er allemaal aan de hand was. Sommigen waren driftig opgestaan, liepen door de kamer heen en weer te zwaaien met papieren en de één schreeuwde nog harder dan de ander. “Er is geen vergunning om op het stuk grond te bouwen”, antwoordde hij. “Dat houdt in dat je dit veld dus alleen kunt gebruiken voor het verbouwen van graan of maïs.” “Oké, dan gaat de koop dus niet door”, zei ik resoluut, schoof mijn formica stoeltje achteruit en stond op. Iedereen was direct stil. “Gaan jullie mee?” vroeg ik aan de twee mannen. Cultuurshock.
In Griekenland wordt er nog dagen wellicht weken gediscussieerd voordat de beslissing valt. Maar ik wilde een huis bouwen. En wel zo snel mogelijk. Zo kwamen we toch weer uit bij mijn geliefde bosgrond. De makelaar werd ingelicht en de rechtszaak werd opgestart. Er volgden dagen, weken, maanden van bellen, vragen, niet teruggebeld worden, opnieuw bellen, vragen en smeken. Maar de aanhouder wint, had ik geleerd. In de tussentijd hadden we al leuk zitten ‘wijnen’ met de architect en onze aannemer en verschillende ideeën waren op tafel gekomen. Maar al gauw werden er grote strepen door delen van mijn wish-list getrokken. Ook door de architect kwam een streep, daar hij meer belangstelling bleek te hebben in een avondje driftig doorzakken in de kroeg dan aan ons huisje werken. En nadat ik het zoveelste teleurstellende negatieve antwoord kreeg op de vraag of hij al was gevorderd met het ontwerp was de maat vol.
Geduld
En zo zaten we zonder architect en uiteraard ook zonder blueprint. Voor de zoveelste keer konden we opnieuw beginnen.. Na vele weken van samen zitten was er wederom een mooi huis op papier ontstaan. Maar alsof de duivel ermee speelde, na lang wikken en wegen besloten we ook met dit ontwerp niet verder te gaan. We hadden ons laten meeslepen in haar enthousiasme en het ontwerp van de Gooische Villa ging de prullenbak in. Voor de zoveelste keer dat jaar waren we terug bij af.
De combinatie van geduld, vasthouden aan datgene wat je voor ogen hebt en doorzettingsvermogen leidde tot een nieuw design dat wél bij ons paste en uiteindelijk, precies 1 jaar later, hadden we het koopcontract getekend, was ons huisje klaar op papier en kon de bouw beginnen. Als ik maar half had geweten waar we aan begonnen…
“Wat zeg je?” Ik legde de tegel en de troffel neer op de muur die ik aan het metselen was en pakte de telefoon tussen mijn oor en schouder uit. “Hoe bedoel je, het gaat misschien regenen? De hemel is strakblauw en ik sta nota bene in mijn T-shirtje te werken!” Vol ongeloof zakte ik neer op het smerige krukje dat naast de kruiwagen stond. Geduldig vertelde de aannemer opnieuw dat hij deze week niet meer kwam werken aan ons huis, want de weersvoorspellingen waren niet al te best. Ik draaide me om en keek naar een halve fundering.
Een groot betonnen vierkant lag eenzaam in het veld. Ooit moest daar een huis komen. Ons huis. De hemel was strakblauw en de zon scheen heerlijk. Geen wolkje of vuiltje aan de lucht. Maar hoe ik ook dit hele plan in mijn hoofd had uitgedacht, mét noodplan A, plan B, plan C, opnieuw werd ik geconfronteerd met een teleurstelling die de Griekse mentaliteit heette.
Voortgang
Het eerste wat je doet wanneer je de beslissing hebt genomen om te emigreren, nadat je van je roze wolk bent gekropen, is jezelf inlezen. Heel het internet heb ik uitgeplozen naar alles wat met Griekenland te maken had. De taal, de gebruiken, het land, de cultuur, de mensen. Je probeert je voor te bereiden, rekening te houden met allerlei scenario’s.
Natuurlijk bezit je over een gezonde dosis enthousiasme betreffende je nieuwe avontuur en dankzij dit enthousiasme neem je het grootste deel met een korrel zout. In mijn geval waagde ik de sprong in het diepe ietsjes onvoorbereid, zo van: we zien wel wanneer we er eenmaal zijn. Het loslaten van mijn Nederlandse gewoontes was één dingetje, maar vervolgens moest ik me de Griekse gebruiken eigen maken. Eerst rij je op de Nederlandse A1 in een Audi, vervolgens beland je op een niet geasfalteerde landweg in een Trabant.
En wanneer je dan denkt: Leuk! We gaan een huis bouwen! Dan realiseer je je al snel dat je in een Trabant zit, met de wielen diep in de modder. Want wanneer de weersvoorspellingen zeggen dat er kans op regen bestaat, dan komen de bouwvakkers niet. En wanneer er een begrafenis is, ook niet. Was er een bruiloft? Nee, sorry, we komen pas over 3 dagen weer, we moeten even bijkomen van het feest. Dan is er nog de bekende ‘Ik voel me niet zo lekker’, ‘De auto moet voor een servicebeurt’ of, persoonlijk vond ik hem erg origineel, ‘Het is glad op de weg’.
Die ochtenden dat ik in mijn auto, bepakt en bezakt met koffie en broodjes voor de werkmannen, richting ons bouwland reed en vol verwachting de laatste bocht nam, hopend dat ik een vrachtwagen zou zien staan en mensen zou zien werken… Die ochtenden dat het er allemaal leeg en verlaten uitzag. Of die ene dag dat er wel een auto stond en er eenzaam één jongen aan het werk was. Die ochtenden realiseer je je nog eens extra dat je in Griekenland woont.
Ultimatum
Op een avond was mijn man het spuugzat. Of het nu mijn gezeur was of de uitermate trage vooruitgang van de bouw van ons huis, het allesbepalende telefoontje werd gepleegd. “Wanneer ons huis niet klaar is met ingang van 1 juni dit jaar, betaal jij mijn huur!” hoorde ik hem roepen. (Even voor de duidelijkheid, op dat moment was het eind April). De aannemer was niet ongevoelig voor het dreigement, want de volgende dag wemelde het van de werkers. De één liep nog harder dan de ander. Tevreden zat ik op mijn krukje naast mijn kruiwagen met cement en keek naar het mierennest. In no-time hadden we een heus huis, met muren en een dak! Onze fantasie op papier werd werkelijkheid!
Maar ook deze enthousiaste bui was van korte duur. De ellende begon van voor af aan. Onze keukenarchitect was heerlijk aan het meten en zagen en plaatste de basis van mijn hobbyhoek, maar verder was er niemand. Waarom? Uw keuken wordt nu toch gebouwd? U ziet ons weer wanneer deze man klaar is…. Opnieuw werd het mobieltje ter hand genomen. Twee dagen later hadden we ook de elektricien aan het werk, alsmede de tegellegger, de loodgieter en een paar klussers die nog wat tussenwandjes kwamen plaatsen.
Scheldend liepen ze elkaar in de weg, de één nog harder vloekend dan de ander, want een grote vrachtwagen was aan komen rijden met al onze kozijnen. Hoe dat in hemelsnaam kon? Er waren veel te veel mensen aan het werk! Met handen en voeten legde ik uit dat de tegellegger in slaapkamer 1 aan het werk kon, de elektricien zowel in slaapkamer 2 als in de gang leidingen door kon gaan trekken; en als de loodgieter dan in de badkamer ging klussen, dan hadden we alle ruimte voor het plaatsen van de schuifpui en de ramen in de woonkamer.
Loslaten en genieten
Precies 2 weken later realiseerden we ons, op een vrijdagavond tijdens het eten, dat ons huis bijna af was. “De loodgieter is klaar, de elektricien heeft vandaag alles afgerond en alleen de tegelzetter moet nog buiten aan de slag op het terras.” deelde ik mijn man mee. Op dat moment begon de wasmachine van de bovenbuurman te centrifugeren en de baby van de onderbuurman reageerde daar direct op met een hysterische huilbui. Ik zuchtte diep en prikte wat in mijn eten. “Ik kan niet wachten om te verhuizen”, zei ik.
Mijn man keek me aan en zei “In principe is het huis bewoonbaar, hè?” Toen ik vragend naar hem opkeek sprong hij van tafel, greep zijn mobiel, begon te ijsberen in ons kleine gangetje (3 stappen vooruit, omdraaien, 3 stappen terug) en een onverstaanbaar Grieks geratel volgde. Eenmaal terug aan de eettafel keek hij me aan met zijn breedste glimlach en zei: “Geregeld. Morgen gaan we over!” “Morgen??” Mijn ogen vielen nog net niet in mijn aardappelpuree en ik keek onze kamer rond. Er was niets, maar dan ook niets ingepakt! “Je hoeft niets te doen, ik heb even een vriendje gebeld met een vrachtwagentje, die komt morgen en neemt wat mensen mee. Morgenavond slapen we in ons nieuwe huis!”
Feest
De volgende dag om precies 4 uur in de middag stond ik op ons grote terras midden tussen al onze spullen. De jongens holden gillend van pret door het huis en waren al druk bezig hun kamers in te delen en de honden renden door de rode modder achter elkaar aan rond het huis. Mijn man dronk een kop koffie met de verhuizers, het werk zat er op. Eindelijk waren we daar waar we zo ontzettend lang naar toe hadden geleefd.
Zoals ik al eerder schreef: wanneer je je Nederlandse georganiseerdheid los kunt laten en het je lukt om mee te gaan in de Griekse flow, dan is het een feestje om hier te wonen. Dan is alles mogelijk.
Update – dit bijzondere huis in Griekenland zoekt een nieuwe eigenaar die er met net zoveel liefde in gaat wonen:
Over de auteur
Selly van Tuinen woont met haar zoon en Griekse man in een heus Grieks paradijsje. Ze schrijft met passie korte verhalen over haar leven in Griekenland. Met zelfspot en haar nuchtere kijk wandelt ze door het Griekse leven. Haar verhalen, vaak met een knipoog, publiceert ze regelmatig in digitale vorm op haar eigen blog waaiendewoorden.blogspot.nl.